Zaterdag 26 mei - dag 1 jungletrek - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Daniëlle van Wissen-Claeys - WaarBenJij.nu Zaterdag 26 mei - dag 1 jungletrek - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Daniëlle van Wissen-Claeys - WaarBenJij.nu

Zaterdag 26 mei - dag 1 jungletrek

Door: Danielle

Blijf op de hoogte en volg Daniëlle

29 Mei 2012 | Thailand, Bangkok

Het is eindelijk zover! Het begin van het meest avontuurlijke deel van onze vakantie. Iets waar ik me op verheug, maar iets waar ik ook doodsbenauwd voor ben. Ik had al eerder geschreven, dat de jungletrek die we geboekt hebben als 'lichte jungletrek' op de website beschreven staat, maar dat nagenoeg iedereen, die een berichtje op de site achterlaat, 'klaagt' over de zwaarte van de trek. En het mag bekend zijn dat a) mijn conditie zwaar te wensen overlaat en b) over zwaar gesproken..... ik de nodige overtollige kilo's mee zeul, wat bij een activiteit als 'hiking' niet echt bevorderlijk is, maar goed, we gaan het zien.

Om 07.30 uur zaten we fris gewassen aan het ontbijt (heerlijk buffet trouwens!). Onze drie reiskoffers hadden we afgegeven bij de bell boy en we hadden allebei een rugzak met onze benodigdheden voor de komende drie dagen ingepakt. We zouden om 09.00 uur door onze gids in het hotel opgehaald worden, maar dit werd iets later, drie kwartier later om precies te zijn. Maar goed, we zijn op vakantie, geen stress, lekker relaxen en mensjes in de lobby kijken. En die waren er genoeg. Changmai is echt een uitvalbasis voor (actieve) dag- of andere tripjes. Wij waren dus niet de enigen die vol spanning met een rugzakje stonden te wachten.
Toen onze gids gearriveerd was, werden we in de laadbak van een (overdekte) pick-up truck gehesen. Het Engelse stelletje, dat Michel gisteren ontmoet had bij de voorbespreking van de jungletrek, had moeten afhaken, want zij had blijkbaar iets gegeten wat niet goed was, waardoor ze onmogelijk mee kon reizen. Gelukkig waren er nog twee andere 'slachtoffers'. Janey uit Schotland, ik schat haar een jaartje of 25, die vlak voor haar afstuderen van haar medische opleiding besloten had om snel nog even 5 weekjes te gaan backpacken in Thailand en Elliot, ik schat hem 45, een accountant uit New York, die voor 2 weken in Thailand was om Muay Thai te trainen, een vechtsport die nog het meeste aan kickboxen doet denken. Qua taal zaten we dus goed, Engels zou de komende drie dagen onze voertaal worden.

Met z'n viertjes gingen we op weg naar het 'kantoor' van de gids, waar nog de nodige spullen voor Elliot werden opgehaald, zoals een gehuurde rugzak. Nu waren we klaar om echt te vertrekken.

Onze eerste bestemming, de lokale markt van Mae Malai, was een klein uurtje rijden. Hier kregen we de mogelijkheid om wat laatste benodigdheden (zoals toiletpapier, regenponcho en anti-insecten middel) te kopen. Aangezien wij goed voorbereid op weg waren gegaan vanuit Nederland (3 koffers vol!), hoefden we geen last-minute inkopen meer te doen en konden we het volle half uur gebruiken om rond te struinen over de lokale markt. Er was echt van alles te zien. Groenten, fruit (voornamelijk lychees, bananen (een kleiner en zoeter model dan de bananen die wij normaal in Nederland eten), ananas, watermeloen, mango en nog een paar exotische fruitsoorten waarvan ik de naam geeneens ken), gedroogde of gefrituurde insecten (van de sprinkhanen werden de pootjes heel handig met een elastiekje bij elkaar gehouden), levende, half levende, dode en gedroogde vissen, hele varkenskoppen, slangen (!), kruiden, souveniers en ga zo maar door. Elliot kocht voor onderweg lychees en bananen. Een kilo lychees kost hier 23 Baht, omgerekend zo'n 0,50 Euro. Je begrijpt soms echt niet hoe ze het voor dat geld kunnen verbouwen. Voordat we weer de pick-up truck in gehesen werden, hebben wij de groep nog op koffie getrakteerd. Die is hier overigens prima te drinken. Zelfs cappuccino is hier zowel warm als koud te verkrijgen. Michel had Ice Tea besteld, maar kreeg Thai Ice Tea. Een oranje goedje dat een beetje romig smaakte, maar na een paar slokken door iedereen als best smakelijk werd betiteld.

Vanaf Mae Malai zijn we om 12.00 uur in circa 40 minuutjes naar het Huay Nam Dung National Park gereden. Dit National Park zou voor de komende dagen onze bestemming zijn.

Onze volgende stop was bij de Mork Fa watervallen. Die konden we bereiken door een klein stukje te lopen. Ons bezoek aan de Erawan watervallen had ons eigenlijk al een beetje verpest, want die waren zo schitterend mooi, dat het lastig zou worden om deze qua schoonheid te overtreffen. De Mork Fa waterval was op haar eigen manier toch ook mooi. Zeker omdat hier het water van grote hoogte naar beneden kwam vallen. We hebben onderaan de waterval heerlijk gezwommen en omdat het momenteel laagseizoen is wat betreft de toeristen, waren we ook alleen met ons groepje, wat het paradijselijke gevoel zeker ten goede kwam en uiteraard ook weer de nodige mooie plaatjes opleverde. Nadat we gezwommen hadden, konden we ons in de toilet- en doucheruimtes omkleden. Ik was zo snugger om hier onze Deet te laten liggen, nagenoeg het belangrijkste dat voor deze trip in onze rugzak zat.

Na onze stop zijn we doorgereden naar onze lunchlocatie, waar we uiteraard weer een prima maaltijd voorgeschoteld kregen. Ik had van tevoren opgegeven, dat ik vegetarisch zou eten en dat was uitstekend geregeld. Ik denk dat de hele groep een beetje de dupe is geworden van mijn voorkeur, want naast een vegetarisch gerecht was er vaak alleen nog een gerecht met kip of moest iedereen het helemaal zonder vlees doen. Op zich ook best logisch, want rijst en groenten zijn nog goed mee te nemen onderweg, maar hoe ga je in hemelsnaam een stuk vlees twee dagen goedhouden in je rugzak?

Vanaf de lunchlocatie was het een uurtje rijden naar het dorpje Shan, het startpunt van onze jungle trek. We werden uit de pick-up geladen en begonnen, met het zonnetje felbrandend aan de hemel, aan onze tocht. Na een klein stukje langs de weg omhoog gelopen te hebben, staken we de weg over en keken vervolgens tegen een gigantisch stijle helling aan. Ik vind het lastig om in percentages te schatten, maar de helling was zo stijl, dat je hier met een fiets niet tegenop zou kunnen komen. Ik schoot direct in de stress. Hoe ging ik deze klus in godsnaam klaren? Veel opties waren er echter niet. Ja, ik zou direct af kunnen haken, maar daarvoor hadden we deze trip niet geboekt, dus ik sprak mijzelf moed in en begon aan een, zo zou later blijken, bijna onmogelijke opgave. Al snel bleek ik het echt niet uit te kunnen houden. De paniek sloeg toe. Wat moest ik doen? Mijn eerste reactie was, bel maar een taxi of regel een scooter voor me, ik ga dit echt niet redden. Maar mijn gepruttel was blijkbaar niet overtuigend genoeg, want iedereen vond dat stoppen geen optie was. Gelukkig was de overtuigingskracht van Michel en de gids wel groot genoeg, waardoor ik besloot om het toch te gaan proberen. Waar ik erg veel moeite mee heb (dat had ik vroeger op school met gym al) is de staart van een groep zijn. Hier kwam daar nog eens bij, dat andere mensen op mij moesten wachten. Ik voel me veel prettiger in een leidende rol en niet in een lijdende rol. Ook mentaal zou deze tocht dus een uitdaging voor me worden. Ik voelde me dan ook knap ellendig, toen de groep opgesplitst werd en één gids (de tweede gids hadden we onderweg ergens opgepikt en hij was aan ons voorgesteld als de gids voor het bamboe raften) samen met Elliot en Janey alvast vooruit vertrok en ik achterbleef met Michel en gids nummer twee. De inspanning van de beklimming van de stijle helling met de brandende zon zorgden ervoor, dat het zweet letterlijk in straaltjes van mijn lichaam afliep. Overigens niet alleen bij mij, iedereen was volledig doorweekt en onze kleding plakte aan onze lijven. Het leek wel alsof we met kleding en al in een sauna gezeten hadden. Ik moest onderweg diverse keren pauzeren. Een stap of 30 was vaak het maximum dat haalbaar was zonder in te storten. Ik weet het, het klinkt te achterlijk voor woorden, maar probeer het te vergelijken met traplopen in de brandende zon, met een rugzak van zo'n 10 kilo op je rug en mocht je dat zelf niet hebben, probeer er dan ook nog een kilootje of 25 aan overgewicht bij te denken en een in rust reeds verhoogde hartslag, dan komt het in de buurt van mijn opgave van vandaag. Ik heb diverse keren gevraagd of Michel en de gids alvast vooruit wilden gaan, zodat ik in mijn eigen tempo de helling kon bedwingen en zodat ze niet zouden zien hoe ik eraan toe was, maar de lieverds wilden me niet alleen laten. Achteraf gezien heel logisch natuurlijk, want stel dat er iets met me was gebeurd, wat dan? Het feit dat die twee constant op mij moesten wachten en mijn lichaam gewoon weigerde te doen wat ik wilde, maakte me zo boos en tegelijkertijd gaf dit zo'n machteloos gevoel, dat ik na een half uurtje ploeteren echt in huilen ben uitgebarsten. Het voelde alsof ik fysiek en mentaal gebroken was. Michel heeft me uiteraard getroost en me de nodige moed ingesproken (tjakkaaaaaaaaaa je kan het!) en vanaf dat moment besloot ik, dat ik me niet zou laten remmen door mijn beperkingen en gevoelens van falen, maar dat ik juist zou gaan proberen mijn grenzen te verleggen en trots te zijn op wat ik zou bereiken. En dat heb ik gedaan! En niet alleen ik, ook Michel, want hij zat er af en toe ook goed doorheen.

Na het nodige gehijg, gepuf en gezweet kwamen we bovenaan de berg (tenminste, dat dachten we) bij een splitsing. Daar werd besloten om de groep voor die dag definitief in tweëen te delen. Gids nummer 2, hij werd Mong genoemd, ging met Elliot en Janey de echte jungle in. Zij vertelden later, dat ze geteisterd werden door kleine bloedzuigers (Elliot heeft er later nog over gedroomd), die het zelfs presteerden om in je schoenen te kruipen. Op zich kunnen de bloedzuigers niet veel kwaad doen, ze laten zich makkelijk verwijderen, maar met het bloedzuigen geven ze een stofje af, dat het bloed minder snel doet stollen, met als gevolg dat het wondje soms erg lang blijft nabloeden en een bebloed been ziet er al snel dramatisch uit. Michel en ik bleven met gids nummer 1, Kan, op het begaanbare pad. Wij zagen de jungle steeds verder onder ons verdwijnen, wat automatisch betekende, dat wij nog meer moesten stijgen. Niets top van de berg dus, we mochten nog een heel stuk verder gaan klimmen. De gids was zo attent om halverweg de tocht mijn rugzak te dragen. Dat scheelde in ieder geval zo'n 10 kilo aan ballast. Ik heb onderweg nog de nodige keren moeten stoppen en uithijgen en ook nog de nodige keren die rotberg vervloekt, maar we hebben het gehaald! Vlak voor het dorpje was onze groep weer compleet. Maar 'what goes up, must come down' dus het was onvermijdelijk, dat we ook weer ergens naar beneden moesten. En dat klopte. Het dorpje, waar we naar onderweg waren, lag onderin een vallei aan een riviertje, dus aan het einde van de middag stond ons nog een pittige afdaling te wachten. Nu is dalen een stuk makkelijker dan stijgen, maar een lange, fikse, stijle afdaling is niet prettig voor de knieën en heupen, wat als gevolg had, dat we om 18.00 uur werkelijk gesloopt aankwamen in het Karen dorpje.
Het grootste deel van de Karen bevolking leeft overigens in Birma, aan de grens met Thailand. Zij streven naar een zelfstandige staat. Dat levert soms hevige schermutselingen op met de militaire Birmaanse regering. De Karen zijn onderverdeeld in diverse stammen, waarvan de bekendste de 'long necks' zijn, die in Thailand bij Mae Hong Son leven. Tot zover weer het educatieve deel van dit verslag ;-) Een bezoek aan de 'long necks' was optioneel, maar wij hebben dit niet gedaan.

Het dorpje telde volgens de gids zo'n 200 inwoners. We zijn er doorheen doorgewandeld en via de rijstterrassen (die pas in juli beplant zullen worden) naar ons onderkomen voor die nacht gelopen. Ik dacht dat we werkelijk bij een lokaal gezin in huis zouden logeren, maar dit was niet het geval. De bewoners van het dorpje hadden net buiten de dorpsgrens, aan een kabbelend beekje, een houten onderkomen op palen gebouwd, waar we die nacht zouden slapen. Het hele gebouw was voornamelijk uit bamboe opgetrokken. We zouden op de bamboe vloer op een matrasje slapen, dat niet dikker was dan een slecht kussen van een tuinstoel. We sliepen onder dekens, die wij in Nederland als verhuisdekens gebruiken en voor iedereen was er een heel klein 'Hello Kitty' kussentjes. De 'bedden' lagen allemaal onder grote klamboes, die ervoor moesten zorgen dat we niet levend opgegeten zouden worden door de insecten. Twee dagen later zou ik van de gids horen, dat de slaapruimtes hier van de spinnen wemelden. Gelukkig vertelde hij me dat niet op de avond zelf! Vlak naast ons onderkomen stond een klein gebouwtje met twee toiletten en douches. Welliswaar koud stromend water, maar we zouden ons de volgende dag dus af kunnen spoelen! De toiletten (een normaal toilet en een hurktoilet) kon je overigens niet doortrekken, althans, het 'doortrekken' gebeurde door een pan met water in het toilet te gooien en hopen dat alles zou verdwijnen. Ook hier stond uiteraard de bekende emmer naast het toilet om het toiletpapier in te gooien. Brrrrrr dit alles was voor mij genoeg reden om te bidden tot Buddha, dat ik de komende dagen geen number two zou hoeven doen!

De gidsen veranderden bij aankomst bij ons onderkomen direct in koks. In een weer ander gebouwtje naast ons onderkomen werd een vuur gemaakt, waarop gekookt werd. Wij ploften op de houten bankjes neer en maakten dankbaar gebruik van de mogelijkheid om een gekoeld colaatje te kopen. Er stond een koelbox klaar met cola, bier en water en in een schriftje konden we bijhouden wat we gedronken hadden. Ik kan me niet herinneren, dat een colaatje ooit zo goed gesmaakt heeft.

Het eten was wederom smakelijk en ook niet te spicy. Als je het spicy wilde, dan waren er genoeg potjes en zakjes met chili of andere kruiden om de boel wat heter te maken. Nou ben ik niet zo'n hete eter, dus voor mij en ook voor Michel, was het eten prima zoals het geserveerd werd.

Na het eten werd er ergens een gitaar vandaan gehaald en aan een inmiddels aangestoken kampvuurtje (ideaal tegen de muggen) hebben we onder het genot van nog een koud drankje zitten luisteren naar de zangkunsten van Mong. Zijn Engelse repetoir kwam niet veel verder dan een liedje of 4, waarvan Hey Jude van de Beatles toch wel zijn favoriet was, dus die hebben we ook een keer of 3 langs horen komen. Zijn stem was best aangenaam, beter dan de gemiddelde 'pro's' die in de hotels voor live entertainment moeten zorgen. Terwijl we daar zo bij het licht van het kampvuur met een koud drankje naar voornamelijk Thaise liedjes zaten te luisteren met het geluid van een kabbelend beekje naast ons en de vuurvliegjes die over de rijstvelden vlogen, beseften we ons maar al te goed, dat het een voorrecht is, dat wij de mogelijkheid hebben om een reis als deze te maken.

Hoe laat we naar bed zijn gegaan, weet ik niet meer precies, maar het zal niet later dan half negen zijn geweest. We waren allemaal afgeserveerd en doken vermoeid, maar voldaan onze 'bedjes' in.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Daniëlle

Actief sinds 21 Sept. 2008
Verslag gelezen: 48
Totaal aantal bezoekers 16356

Voorgaande reizen:

09 Juli 2022 - 18 Juli 2022

Turkije 2022 - Daniëlle en Floortje

17 Mei 2018 - 10 Juni 2018

Florida/Mexico 2018

17 Mei 2012 - 10 Juni 2012

Thailand 2012

22 September 2008 - 11 Oktober 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: